Arjan Cok is al ruim 30 jaar Rotterdams gemeenteambtenaar. Hij begon als telefonist, in salarisschaal vier. Daarna was hij onder andere administratief en financieel medewerker en economisch onderzoeksmedewerker. Tegenwoordig is hij accountmanager bij het Regionaal Bureau Zelfstandigen. Het RBZ helpt aan de ene kant mensen úit de bijstand naar het ondernemerschap als zzp’er, en ondersteunt aan de andere kant ondernemers om niet failliet te gaan, zodat ze de bijstand niet ín hoeven. Voor de duur van één jaar is hij ook adviseur bij Programma Co-creatie van cluster Werk en Inkomen en werkt daar aan meer samenwerking tussen de verschillende afdelingen van de gemeente.
“Ik vind het geweldig dat ik met iedereen mag praten; uitkeringsgerechtigden, ambtenaren, zelfstandige ondernemers, directeuren, tot zelfs de koningin aan toe. Mijn werk bestaat uit laveren door de hele gemeente en maatschappij. Vanuit programma Co-creatie mag ik daarbij over de schotten tussen afdelingen en clusters heenstappen. Natuurlijk is daartegen weerstand bij sommige mensen, maar het is wel degelijk een collegewens. Ik kan dat goed uitleggen, daarna gaat het gebeuren en komt er beweging.”
“Werken bij de gemeente voelt als een warm bad. Ik geniet van de grote diversiteit van de mensen en het internationale gevoel. Ik ervaar de gemeente ook als een werkgever met veel mogelijkheden om je te ontwikkelen. Het is wel zo dat je daar zelf om moet vragen, en je schouders eronder moet zetten. En ik denk dat je hier altijd kunt doorgroeien. Daarnaast heb ik het gevoel dat ik de gemeente bèn. Ik bedoel dat ik me ervan bewust ben dat overal waar ik kom, ik het uithangbord ben. Dus daar probeer ik me naar te gedragen.”
Ik geniet van de grote diversiteit van de mensen en het internationale gevoel bij de gemeente Rotterdam.
“Ik merk dat elke nieuwe klus mij stimuleert. In mijn hoofd klikt en draait het altijd door met ideeën over hoe ik dingen kan verbeteren. En omdat ik in die 30 jaar zelf kansen heb gekregen, wil ik nu vooral teruggeven. Ik wil talenten ontdekken, stimuleren, en verder helpen. Ze melden zich trouwens ook uit zichzelf, de organisatie kan daar alleen maar beter van worden. Er zitten natuurlijk ook verplichtingen aan. Je kunt mensen uitnodigen om ontdekt te worden, maar ze moeten zich dan ook wel welkom voelen.”
“Ik heb dus een aantal jaar geleden koningin Máxima mogen ontmoeten, toen ze nog kroonprinses was. Zij zet zich in voor zelfstandig ondernemerschap en microkredieten en kwam op werkbezoek in Rotterdam. Ik heb dat voorbereid, vanwege mijn werk en contacten met allerlei partners op dat gebied. Een koninklijk bezoek organiseren koester ik als een hoogtepunt op mijn CV, maar de mensen die ik succesvol begeleidde naar het ondernemerschap blijven me natuurlijk ook bij.”
Rotterdam: daar wil je toch bij horen?
“Ik zou zeggen: wil je het verschil maken voor de burger en voor de organisatie? Dat kan hier! Rotterdam heeft het al langer, en momenteel is de wereld dat ook aan het ontdekken. Daar wil je toch bij horen?”